U bent hier
Stad Sint-Truiden – Stand van zaken financiële toestand: jaarrekening 2024 en Aanpassing 6 van het Meerjarenplan 2020-2025

Op 23 juni 2025 wordt de jaarrekening 2024 van de stad en het OCMW van Sint-Truiden ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. Deze jaarrekening sluit af met een positief budgettair resultaat van 3.344.974 euro. Het gecumuleerde budgettair resultaat op 31 december 2024 bedraagt 14.489.539 euro, en de autofinancieringsmarge* komt uit op 10.837.495 euro.
Wanneer ook rekening wordt gehouden met de drie autonome gemeentebedrijven, bedraagt het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat 15.162.123 euro. De geconsolideerde autofinancieringsmarge komt dan op 8.774.503 euro.
“Het positieve nieuws is dat hiermee de in 2023 ingezette sanering van de stadsfinanciën verder werd doorgetrokken in 2024, maar anderzijds mogen we ons ook niet blindstaren op dit positieve resultaat van 2024,” aldus burgemeester Ludwig Vandenhove.
Op 31 december 2024 bedroeg de gecumuleerde uitstaande schuld (dus voor stad, OCMW en alle AGB’s samen) nog iets meer dan 112 miljoen euro, wat overeenkomt met 2.669,79 euro schuld per inwoner. In 2024 werd 13.116.668,01 euro afgelost op bestaande leningen, terwijl er slechts 4 miljoen euro aan nieuwe leningen werd aangegaan. Er werd dus meer dan 9 miljoen euro aan schulden afbetaald, waarmee de schuldafbouw verder wordt voortgezet.
“Maar hoewel we dus sterk blijven inzetten op schuldafbouw, blijven de budgettaire uitdagingen erg groot,” aldus schepen van Financiën Günther Dauw. “Zo blijft de schuldgraad desondanks eigenlijk nog veel te hoog voor een stad als Sint-Truiden, maar vooral: de jaarlijkse leninglast blijft even groot, en dit terwijl heel wat inkomsten sterk onder druk staan. Zo hebben zowel de snelle vergrijzing van onze bevolking als een aantal federale maatregelen een negatieve impact op onze inkomsten uit de personenbelasting. Maar ook de verwachte inkomsten uit dividenden van Greensky en Nuhma worden aanzienlijk lager ingeschat. Om de begroting niet opnieuw te laten ontsporen zoals dat in het verleden wel gebeurde, moeten we dus zowel trachten onze exploitatie-uitgaven te verminderen en onze exploitatie-inkomsten opschroeven.”
Aanpassing 6 van het Meerjarenplan 2020–2025 vormt daarom een eerste stap in het structureel verbeteren van de financiële positie van de stad. Om het volgende meerjarenplan (2026–2031) eind 2031 positief te kunnen afsluiten met een gezonde autofinancieringsmarge (de ruimte om bijkomende financiering aan te gaan), zijn volgende maatregelen essentieel:
Voortzetting van de schuldafbouw,
Verbetering van het exploitatieresultaat door uitgaven te beperken en ontvangsten te optimaliseren,
Aanpassing van het investeringsritme aan de reële financieringsmogelijkheden.
Het College van Burgemeester en Schepenen probeerde via deze zesde aanpassing het exploitatieresultaat te versterken door 684.000 euro te besparen op exploitatie-uitgaven. Deze besparingen zijn in hoofdzaak gebaseerd op realistischere inschattingen, voortbouwend op eerdere jaarrekeningen en realisatiegraden. Door een herziening van de ontvangsten uit aanvullende personenbelasting moest echter ook een ontvangstendaling van 229.029 euro ingeschreven worden. Hierdoor komt de voorziene netto verbetering van het exploitatieresultaat uit op 455.837 euro.
De geplande investeringsuitgaven dalen in deze aanpassing met 3.088.838 euro ten opzichte van de vorige versie van het meerjarenplan. Deze daling komt door een bijsturing van de timing van enkele projecten, op basis van haalbaarheid en nieuwe keuzes. Voor de projecten die wel doorgaan, zijn de budgetten bijgestuurd in functie van de meest recente kostenschattingen.
Enkele concrete voorbeelden:
De restauratie van het Speelhof blijft behouden, met de nodige budgetten voorzien.
Voor projecten zoals Metserenweg, Terbeek en Herestraat is de uitvoering verschoven van 2026 naar 2027.
De budgetten voor de verdere aanleg van de fietsring zijn geschrapt.
Voor de sanering van het stort Melveren is een budget van 5,5 miljoen euro voorzien, gespreid over 2025-2027.
Bepaalde infrastructuurwerken zijn uitgesteld of budgettair bijgesteld.
Burgemeester Ludwig Vandenhove stelt dat hiermee uitvoering wordt gegeven aan de afspraken die binnen het college van burgemeester en schepenen zijn vastgelegd, met als doel de stadsfinanciën via een financieel herstelplan binnen tien jaar structureel te herstellen. Concreet streeft het bestuur daarbij naar een jaarlijks positief budgettair resultaat in elk dienstjaar, een autofinancieringsmarge* (AFM) die in 2031 een overschot van minstens 500.000 euro vertoont, en een geleidelijke en structurele afbouw van de stadsschuld.
Deze zesde aanpassing van het meerjarenplan is tot stand gekomen via een intensief participatietraject tussen het stadsbestuur, de financiële dienst, het MAT-direct en de teamcoördinatoren. Vanuit het beleid willen we dan ook graag de administratie bedanken voor hun constructieve houding in deze uitdagende oefening. En als schepen van financiën hou ik er ook aan alle collega’s van de coalitiepartners te bedanken om vaak ook minder makkelijke en minder evidente keuzes collegiaal te verdedigen.
* De autofinancieringsmarge van een gemeente is een belangrijk financieel kengetal dat aangeeft of de gemeente op lange termijn haar schulden kan afbetalen met haar eigen middelen, zonder hiervoor nieuwe leningen aan te gaan en dus of een gemeente haar leningen kan afbetalen met haar jaarlijkse overschotten (exploitatie-overschot). De technische formule van de autofinancieringsmarge is dan ook het exploitatieoverschot verminderd met de netto kapitaalaflossingen.